Terug

Erfrechtblog afl 1

Aflevering 1: 5 augustus 2020

Tekst gaat verder onder de afbeelding

GRENSOVERSCHRIJDENDE ERFOPVOLGING

De regels voor erfopvolging, testamenten, nalatenschappen kunnen complex zijn. Dat is helemaal het geval als een nalatenschap meerdere landen bestrijkt, of bijvoorbeeld de erflater om professionele of economische redenen, en soms voor een langere tijd, in een ander land is gaan wonen en werken maar toch een nauwe en duurzame band met zijn land van oorsprong heeft behouden. Om een snelle, soepele en efficiënte behandeling van een erfopvolging met grensoverschrijdende gevolgen in de Europese Unie te bevorderen bestaat Verordening (EU) nr. 650/2012, waarin onder meer de Europese erfrechtverklaring is geregeld.

De precieze uitwerking daarvan levert soms toch nog juridische vragen op. Op 16 juli 2020 heeft het Hof van Justitie van de EU uitspraak moeten doen over zo’n kwestie. De heer E.E. is Litouws staatsburger; zijn moeder, die eveneens de Litouwse nationaliteit had, was gehuwd met K.-D. E., Duits staatsburger, en had haar woonplaats gewijzigd om met E.E. bij haar echtgenoot in Duitsland te wonen. Op 4 juli 2013 heeft zij ten overstaan van een notaris in Garliava (Litouwen) een testament opgesteld waarin zij haar zoon als universele erfgenaam aanwees. Bij het overlijden, in Duitsland, van de moeder van E.E. stond een onroerend goed (een in Kaunas, Litouwen, gelegen appartement) ingeschreven op haar naam. Op 17 juli 2017 heeft E.E. een in Kaunas gevestigde notaris verzocht om de erfopvolgingsprocedure op te starten en een erfrechtverklaring af te geven. De notaris weigerde dit omdat naar zijn mening de gewone verblijfplaats van de erflaatster Duitsland zou zijn. In een procedure in Kaunas wees de rechter het verzoek echter toe omdat de erflaatster haar banden met Litouwen nooit had verbroken. Uiteindelijk kwam de kwestie bij de Litouwse hoogste rechter, die aan het Hof van Justitie EU onder meer de vraag stelde – kort weergegeven – of in dit geval waarin de erflaatster haar banden met Litouwen nooit had verbroken, daar een testament had opgesteld. in Litouwen haar enige vermogen had (het appartement) en waarbij de overlevende echtgenoot duidelijk had afgezien van enige aanspraak, sprake was van een erfopvolging met grensoverschrijdende gevolgen, met alle rechtsgevolgen van dien (waaronder toepasselijkheid van de EU Verordening). Ook werden vragen gesteld over de bevoegdheid van een Litouwse notaris hierbij (is sprake van een ‘gerecht’) en of een verklaring die door de notaris wordt afgegeven een ‘beslissing’ is in de zin van de Verordening.

Het oordeel van het hof is duidelijk: omdat de Verordening juist deze situaties probeert te regelen, moeten de bepalingen ervan nauwgezet worden gevolgd. Als zo’n grensoverschrijdend geval – zelfs heel beperkt zoals in deze zaak – zich voordoet, moet een lidstaat van gewone verblijfplaats worden aangewezen, en moet de nationale rechter bepalen of aan de overige bevoegdheidsregels is voldaan. Wel kan uit de wil van de erflater en overeenstemming tussen de erfopvolgers worden afgeleid dat er sprake is van een rechtskeuze (afwijkend van de regels die zouden voortvloeien uit de Verordening zelf).

Met deze uitspraak voorziet het hof in een oplossing voor een omissie (rechtskeuze) en benadrukt het hof daarnaast het belang en het brede toepassingsbereik van de Verordening. Duidelijkheid dus voor erflaters met banden met meerdere lidstaten!


Jac Rinkes

HvJ EU zaak C-80/19, ECLI:EU:C:2020:230


Geplaatst op: 02-02-2021
Geschreven door: Jac Rinkes